NIEUWSBERICHTEN GESORTEERD PER JAAR

Groningen, 11 maart 2016

LJW / 24-02016

1.    Vergoeding vindt plaats na verkoop van de woning en niet direct na het vaststellen van de schade.
2.    De regeling geldt voor woningeigenaren in acht gemeenten. Op basis van de schadekaart zouden dit aanzienlijk meer gemeenten moeten zijn, waaronder de gemeenten De Marne, Groningen, Hoogezand-Sappemeer, Mentherwolde, Oldambt, Zuidhorn en Haren.
3.    De eigenaar weet bij verkoop niet hoe hoog de vergoeding is en hoeveel hij kan aflossen op zijn hypotheek. Deze onzekerheid leidt tot hypotheekstress. Een tussentijdse uitkering kan zodoende niet gebruikt worden voor aflossing van de hypotheek waardoor de verhouding tussen waarde en hypotheekschuld is verslechterd.

4.    De regeling geldt niet voor bedrijfspanden.
5.    De uitkeringen voor waardedaling zijn aanzienlijk lager dan hetgeen is berekend in het onderzoek van Dr. H. Koster (VU). Hij legt een verband tussen het aantal panden met fysieke schade en de waardedaling: één procent extra eerste schademeldingen per postcode (PPC4 - vier cijfers, geen letters) heeft geleid tot een waardedaling van 0,2%. M.a.w.: een postcode met 50% beschadigde panden komt overeen met 10% waardedaling. Kijk voor uitgekeerde vergoedingen op www.namplatform.nl
6.    De NAM heeft een regeling ontwikkeld zonder inbreng van (woordvoerders van) gedupeerden en wordt daardoor gewantrouwd.
7.    Goed koopmanschap van de verkoper wordt niet beloond. Hoe hoger de prijs, hoe lager de vergoeding.
8.    Regeling leidt tot een langere verkoopperiode, omdat op voorhand niet bekend is hoe hoog de vergoeding wordt. Verkopers houden vast aan een te hoge prijs. Hierdoor is ook maar beperkt zichtbaar hoe ver de waarde in de markt is gedaald aan de hand van statistieken van verkochte panden.
9.    De regeling vindt plaats naar goeddunken van de NAM zonder toezicht van externe partijen.
10.    Panden met bepaalde kenmerken worden eerst in een groep van verkochte referentiepanden met dezelfde kenmerken geplaatst in het risicogebied. De precieze locatie van deze panden in relatie tot dreiging van aardbevingen kan zo niet worden ingecalculeerd. Hierdoor “vervlakt” het component waardedaling. Er is dus geen relatie tussen de schadekaart en de locatie van het desbetreffende pand.
11.    Vervolgens wordt de waardeontwikkeling van de verkochte huizen in het risicogebied vergeleken met referentiepanden met dezelfde kenmerken in andere regio’s met dezelfde sociaal economische aspecten. Volgens Koster ook in gebieden waar deze kenmerken mogelijk heel anders gewaardeerd worden. Hij refereert aan Limburg en Zeeuws-Vlaanderen.
12.    Uit de vergelijking tussen panden in het risicogebied en panden in referentiegebieden ontstaat een bandbreedte van waardedaling. Binnen deze bandbreedte dienen de taxateurs de daling te bepalen, hierdoor worden de taxateurs erg beperkt in hun professionele opinie.
13.    Wanneer een eigenaar niet akkoord gaat met het eerste compensatievoorstel, dan moet hij zelf een eigen bijdrage van € 300,- betalen voor een tweede taxatieronde. 
14.    De NAM is niet transparant over de vergoedingen. Op de website www.namplatform.nl wordt slechts 70% bandbreedte getoond en niet de extremen aan beide zijden.
15.    De regeling is voor veel mensen niet begrijpelijk en ze wantrouwen de selectie van referentiepanden en referentiegebieden.
16.    Van alle aanvragen heeft slechts 43,5% geresulteerd in een uitkering (Bron: www.namplatform.nl). Dit wordt veroorzaakt door afwijzingen en de doorlooptijd.
17.    De procedure is kostbaar omdat er  – na bezwaar –  vijf makelaars bij betrokken zijn.
18.    Er zijn berichten dat slechts weinig makelaars bereid zijn om op te treden namens pandeigenaren, omdat de vergoeding laag is en ze beperkte vrijheid hebben in de methode van taxatie. De vraag is hoeveel tijd en kwaliteit deze makelaars in de taxatie willen steken om uw belang te dienen.

Klik hier om de schadekaart te bekijken.


________________________________